Kerkbrief voor zondag 5 mei 2024
KERKBRIEF
Zondag 5 mei 2024
Redactie: kerkelijk bureau tel. 6197529
E-mail: kb.bethelkerk@pkn-zwijndrecht.nl
Internet: www.bethelkerkzwijndrecht.nl
___________________________________________________________
Kerkdienst zondag 5 mei 2024
Liturgie Bethelkerk/ Zwijndrecht
5 mei 2024 / 6e zondag van Pasen: Rogate
Thema: Het wapen van de herder
Bevrijdingsdag
Voorganger: ds. René Wouda
Muzikale medewerking: Aleid Moraal (orgel), Gemeente-ensemble
Lector: Els Stans
Ouderling: Aika Timmers
Diakenen: Erik Bos, Marijke Schop
Koster: Leen Koster
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Bloemengroet van de gemeente
Vanmorgen gaan de bloemen naar de 2 ‘gedecoreerden’ van onze gemeente
Dhr. G. Hemmes
Dhr. K. van Herpen
Als iemand in de kerk deze bloemen wil bezorgen, komt u dan na de dienst naar de kerkenraadskamer.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Collecten op afstand
Uw bijdragen kunt u overmaken op bankrekening NL39 RABO 0377 5033 71 van de Gereformeerde Kerk Zwijndrecht. Vermeld daarbij dan het doel van uw bijdrage. Of via de Bethelkerk-app kunt u uw bijdrage geven; kan ook via bijgaande QR-code. En het is mogelijk om uw collectebonnen (in een envelop, met daarop de bestemming geschreven) in de brievenbus van de kerk te doen.
Collecten in de kerk Bent u in de kerk, dan kunt u:
- uw bijdrage geven in de collectezakken die tijdens de dienst zullen rondgaan,
- of geven via de Bethelkerk App (via de QR-code)
– – – – – – – – – – – – – – – – –
Kerkradio, kerkomroep en YouTube
Deze diensten worden live uitgezonden via (1) de kerkradio, (2) op kerkomroep.nl en (3) via YouTube (zoek op: Bethelkerk Zwijndrecht). Op een later moment is de dienst te bekijken/luisteren via kerkomroep.nl en via YouTube. Voor inlichtingen en/of vragen: stuur een email naar: presentatie.bethelkerk@pkn-zwijndrecht.nl.
VOORBEREIDING
Ontsteken van de kaarsen
Welkom
Drempeltekst
‘We zijn weliswaar zwak, zoals alle mensen, maar we vechten niet met aardse middelen. De wapens waarmee wij ten strijde trekken zijn niet de wapens van deze wereld; zij zijn zo krachtig dat ze bolwerken kunnen slechten voor God. We halen spitsvondigheden neer en iedere verschansing die wordt opgetrokken tegen de kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus te onderwerpen.’ (2 Korintiërs 10:3-5)
Zingen Psalm 107:1 ‘Gods goedheid houdt ons staande’
Stil gebed
Bemoediging en groet
Zingen Psalm 107:4 ‘Laat ons nu voor de Here’
ansteken van de 6e kaars
‘Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen.’ (Galaten 5:1)
Zingen NLB 709 ‘Nooit lichter ving de lente aan’
Gebed
DIENST VAN HET WOORD
Bijbel Basics: De Heer is mijn herder
Op deze zondag staat op de KND Psalm 23 centraal.
Hemelhoog 474 / kinderlied ‘Als een kind de kaars aansteekt’
1 Als een kind de kaars aansteekt
staan we even stil,
bij het wonder dat God zelf,
ons ontmoeten wil.
Vrede genade voor
iedereen,
van de Vader,
de Zoon en de Geest.
2 Jezus is ons levenslicht
altijd om je heen.
Hij is bij ons, ook vandaag,
laat ons nooit alleen.
Vrede genade voor
iedereen,
van de Vader, de
Zoon en de Geest.
Schriftlezing 1 Samuël 17:1-30
De Filistijnen bereidden opnieuw een oorlog voor. Ze verzamelden zich in Socho in Juda en sloegen hun kamp op in Efes-Dammim, tussen Socho en Azeka. Saul riep het leger van Israël op en sloeg zijn kamp op in de Terebintenvallei. Daar stelden ze zich op tegenover de Filistijnen: op de ene helling stonden de Filistijnen en op de andere de Israëlieten; het dal lag tussen hen in. Uit de gelederen van de Filistijnen trad een kampvechter naar voren, een zekere Goliat uit Gat, een man van zesenhalve el lang. Hij had een bronzen helm op zijn hoofd en droeg een bronzen schubbenpantser, dat wel vijfduizend sjekel woog. Ook zijn scheenplaten waren van brons, evenals het kromzwaard dat over zijn schouder hing. De schacht van zijn speer was zo dik als de boom van een weefgetouw en de punt was gemaakt van zeshonderd sjekel ijzer. Een schildknecht ging voor hem uit. In het dal bleef de Filistijn staan en riep het leger van Israël toe: ‘Waarom zouden jullie optrekken en slag leveren? Ik ben de trots van de Filistijnen, en jullie zijn maar slaven van Saul! Kies iemand uit jullie midden en laat hem hier beneden komen. Als hij me aankan en me verslaat, zullen wij aan jullie onderworpen zijn, maar als ik hem aankan en hem versla, zullen jullie aan ons onderworpen zijn en ons als slaven dienen. Hierbij daag ik het leger van Israël uit: stuur iemand hierheen voor een tweegevecht!’ Bij het horen van deze woorden stonden Saul en het leger van Israël verlamd van schrik.
David was een zoon van Isaï uit Betlehem, dat in de streek Efrata in Juda ligt. Deze Isaï had acht zonen. Hijzelf was in de tijd van Saul al te oud om nog onder de wapenen te gaan, maar zijn oudste drie zonen trokken met Saul ten strijde. De oudste heette Eliab, de tweede Abinadab en de derde Samma. David was de jongste. Zijn oudste drie broers waren met Saul ten strijde getrokken, maar David ging heen en weer tussen het kamp van Saul en Betlehem, waar hij de kudde van zijn vader hoedde.
Ondertussen trad de Filistijn elke ochtend en elke avond naar voren, veertig dagen lang, en dan stelde hij zich op in het dal. Op een dag zei Isaï tegen zijn zoon David: ‘Hier heb je een zak geroosterd graan en tien broden. Breng die snel naar je broers in het legerkamp. En deze tien kazen moet je aan hun bevelhebber geven. Vraag je broers hoe het met ze gaat en neem een
levensteken van hen mee terug.’
Saul was met de soldaten van Israël, onder wie Davids broers, nog steeds gelegerd in de Terebintenvallei, tegenover de Filistijnen. De volgende ochtend vroeg ging David met de proviand op weg, zoals Isaï hem had opgedragen. De kudde liet hij achter onder de hoede van iemand anders. Hij kwam juist bij het wagenkamp aan toen het leger onder het aanheffen van strijdkreten de linies betrok. De Israëlieten en de Filistijnen stelden zich in slagorde tegenover elkaar op. David gaf zijn spullen af aan de foerier en haastte zich naar de gevechtslinie. Daar vond hij zijn broers en hij vroeg hun hoe het met ze ging.
Terwijl hij met ze aan het praten was, trad uit de Filistijnse gelederen de kampvechter naar voren, Goliat uit Gat, en David hoorde hem de Israëlieten uitdagen zoals hij dat elke dag deed. Bij het zien van
Goliat deinsden de Israëlieten van schrik achteruit. ‘Zien jullie die man daar?’ zeiden ze tegen elkaar. ‘Israël honen, daar is het hem om te doen! Wie hem verslaat, zal door de koning met rijkdommen worden overladen. Bovendien krijgt hij de koningsdochter tot vrouw en wordt zijn familie vrijgesteld van schatting en herendienst.’ David vroeg aan de soldaten die in zijn buurt stonden: ‘Wat gebeurt er met degene die die Filistijn daar verslaat en Israël van deze schande bevrijdt? Wat denkt die onbesneden Filistijn wel, dat hij de gelederen van de levende God durft te beschimpen!’ De soldaten herhaalden tegen hem wat ze zojuist gezegd hadden. Toen Davids oudste broer Eliab hem met de soldaten hoorde praten, viel hij woedend uit: ‘Wat doe je hier eigenlijk? Hoor jij niet in de woestijn op je schaapjes te passen? Echt iets voor jou, om met je brutale neus vooraan te willen staan als er gevochten gaat worden.’ ‘Wat doe ik nu weer verkeerd?’ antwoordde David. ‘Ik vraag het toch alleen maar!’ Hij draaide zijn broer de rug toe en legde zijn vraag nog aan anderen voor, en kreeg weer hetzelfde antwoord.
Zingen Psalm 18:8 ‘Gij immers zult het arme volk verhogen’
Schriftlezing 1 Samuël 17:31-54
Davids vragen bleef niet onopgemerkt. Men vertelde het aan Saul, en die liet hem bij zich komen. David zei tegen Saul: ‘We hoeven om die Filistijn toch niet de moed te verliezen, heer. Ik zal met hem het gevecht aangaan.’ ‘Maar je kunt hem toch onmogelijk aan,’ wierp Saul tegen. ‘Jij bent nog maar een jongen en hij is al van jongs af aan gewend om te vechten.’ ‘Ik heb altijd de kudde van mijn vader gehoed,’ antwoordde David. ‘Wanneer er een leeuw of een beer kwam om een schaap of een geit uit de kudde te roven, ging ik erachteraan, overmeesterde hem en redde het dier uit zijn muil. En als hij me wilde aanvallen greep ik hem bij zijn keel en sloeg ik hem dood. Leeuwen en beren heb ik verslagen en die onbesneden Filistijn zal het net zo vergaan, omdat hij de gelederen van de levende God heeft beschimpt! De HEER, die me gered heeft uit de klauwen van leeuwen en beren, zal me ook redden uit de handen van deze Filistijn.’ ‘Ga dan,’ zei Saul tegen David, ‘en moge de HEER je bijstaan.’ Hij gaf hem zijn eigen uitrusting en hielp hem die aan te doen: een bronzen helm voor op zijn hoofd en een borstkuras. Ten slotte gordde David het zwaard om en probeerde een paar passen te lopen, omdat hij aan zo’n zware uitrusting niet gewend was. ‘Ik kan hier niet mee lopen,’ zei hij tegen Saul, ‘ik ben dat niet gewend.’ En hij deed de uitrusting weer af. Hij pakte zijn stok, zocht vijf gladde stenen uit de rivierbedding en stopte die in zijn herderstas. Toen liep hij op de Filistijn af, zijn slinger in de hand. Met zware stappen kwam de Filistijn op David af, voorafgegaan door zijn schildknecht. Hij nam David, een knappe jongen met rossig haar, geringschattend op en zei: ‘Ben ik soms een hond, dat je met een stok op me afkomt?’ En hij vervloekte David in de naam van zijn goden. ‘Kom maar op,’ zei hij, ‘dan maak ik jou tot aas voor de roofvogels en de wilde dieren.’ ‘Jij daagt me uit met je zwaard en je speer en je kromzwaard,’ antwoordde David, ‘maar ik daag jou uit in de naam van de HEER van de hemelse machten, de God van de gelederen van Israël, die jij hebt beschimpt. Maar vandaag zal de HEER je aan mij uitleveren: ik zal je verslaan en je hoofd afhouwen, en ik zal de lijken van de Filistijnen aan de roofvogels en de wilde dieren ten prooi geven, zodat de hele wereld weet dat Israël een God heeft. Dan zal iedereen hier beseffen dat de HEER geen zwaard of speer nodig heeft om te overwinnen, want Hij is degene die de uitslag van de strijd bepaalt en Hij zal jullie aan ons uitleveren.’ Toen de Filistijn aanstalten maakte om David aan te vallen, was David hem te snel af. Hij rende hem tegemoet, stak zijn hand in zijn tas en haalde er een steen uit, slingerde die weg en trof de Filistijn zo hard tegen het voorhoofd dat de steen naar binnen drong en de Filistijn voorover stortte. Zo overwon David de Filistijn met een slinger en een steen; hij trof hem dodelijk zonder dat hij daar een zwaard bij nodig had. Hij rende naar de Filistijn toe, boog zich over hem heen en trok diens zwaard uit de schede. Daarmee gaf hij hem de genadestoot en sloeg hem zijn hoofd af. Toen de Filistijnen zagen dat hun held dood was, sloegen ze op de vlucht. Nu sprongen de Israëlieten en Judeeërs op, hieven de strijdkreet aan en achtervolgden hen tot aan de vallei en de poorten van Ekron. De hele weg van Saäraïm tot aan Gat en Ekron lag bezaaid met gesneuvelde Filistijnen. En toen de Israëlieten van hun achtervolging terugkwamen, plunderden ze het Filistijnse legerkamp. David nam het hoofd van de Filistijn mee om het naar Jeruzalem te brengen; de wapens die hij hem had afgenomen legde hij in zijn tent.
Zingen Psalm 18:9 en 15 ‘Alleen Gods weg kan tot het doel geleiden’
Verkondiging met als thema : ‘Het wapen van de herder
Zingen Gezang 10, Liedboek 1973 ‘David heeft de reus verslagen’
- David heeft de reus verslagen
in een ongelijke strijd,
zwaard en schild kon hij niet dragen en het pantser was te wijd:
zal men zich met brons bekleden
om te zijn
machtig als die onbesneden
Filistijn?
- Weerloos waagde hij zich op de heuvel waar het dom geweld
tegen God en zijn belofte al zijn hoon had opgesteld: maar nadat het was gekomen
met geschal,
werd er géén gerucht vernomen dan zijn val!
- Waag het met het ongetelde
wapen van de herderszoon,
laat uw hart zich niet ontstellen
door het hoog en breed vertoon
van de goden en de geesten
dezer eeuw,
door het brullen van de beesten
beer en leeuw.
- Laat de reus u niet verbazen,
sta hem welgemoed te weer,
want de leuzen en de vaandels
zijn al vóór hun tijd verteerd,
Heeft het niet de zoon van Juda uitgedaagd?
Die zijn leven voor zijn broeders heeft gewaagd.
5 Veertig dagen duurt het tarten op de heuvel van de hoon: tel de wonden en de smarten van de herder, Davids Zoon; in zijn lichaam staat getekend
onze waan
die de sterren doet verbleken zon en maan.
DIENST VAN GEBEDEN EN GAVEN
In memoriam Sonja Klootwijk-Visser
Moment van stilte
Zingen NLB 416:1,3 ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’
Gebeden
Inzameling van de gaven
Zingen NLB 608 ‘De steppe zal bloeien’
ZENDING EN ZEGEN
Zegen
(met gesproken ‘Amen’)
Zingen NLB 708:1,6 ‘Wilhelmus van Nassouwe’
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Verjaardagen
zondag 5 mei: dhr. Wim Oudakker, 89 jaar
dinsdag 7 mei: mevr. Tini Bovenberg-van Hoogdalem, 91 jaar
donderdag 9 mei: mevr. Sija van Dalen-Quartel, 90 jaar
zaterdag 11 mei: mevr. Johanna Maria van der Giessen-Grondhout, 84 jaar
zondag 12 mei: dhr. Frans Vreugdenhil, 83 jaar
Jubilea
In de komende week zijn er geen huwelijksjubilea
Zieken
In zorghotel Ambachtstaete verblijven voor revalidatie:
- Riet de Koning-Verkerk, kamer 5.02 mw. Truus van den Berg, kamer 4.03 dhr. Anton Dragstra, kamer 1.02
Weer thuis
- Hennie Klootwijk-Braun
Overleden
- Sonja Klootwijk-Visser op 1 mei jl.
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
kerkdienst donderdag 9 mei 2024 (Hemelvaartsdag) om 9.00 uur
Liturgie gezamenlijke dienst met De Hoeksteen en de Bethelkerk
Locatie: de Hoeksteen
Voorganger: ds. Annelene Metz-Brink
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
kerkdienst zondag 12 mei 2024 om 9.30 uur
Locatie: Bethelkerk
Voorganger: ds. René Wouda
Muzikale medewerking: Peter Overduin, orgel
Lector: Sari Zijderveld
Ouderling: Marijke den Boer
Diakenen: Wim Arie Hamer en Erik Bos
Koster: Arie Roubos